Hoe wordt een ptosis behandeld?
Een ptosis wordt behandeld onder locale verdoving zodat de hoogte van het ooglid tijdens de ingreep continu kan worden beoordeeld.
De ingreep bestaat uit het verstevigen / herbevestigen van de pees – spier verbinding. Hierbij wordt er een sneetje gemaakt in het bovenste ooglid.
Het kraakbeenplaatje wordt opgezocht evenals de verdunde pees en beide worden terug steviger met elkaar verbonden.
Als er ook een teveel aan huid aanwezig is , zal dit ook dienen verwijderd te worden anders hangt er na de ingreep overtollige huid over de wimpers heen.
De huid wordt opnieuw gesloten met een hechting. Deze hechting wordt na een tiental dagen verwijderd. Dit type hechting geeft minder littekenvorming dan een hechting die ter plekke blijft een spontaan moet resorberen.
Zoals bij elke chirurgische ingreep ontstaat hierdoor een litteken, maar bij de ptosiscorrectie is dit zeer klein, nauwelijks zichtbaar.
Het is normaal dat na de operatie de oogleden blauw en gezwollen zijn. Een bloeduitstorting is nagenoeg altijd in min of meerdere mate het gevolg van een incisie in de oogleden. De oogleden gaan hierdoor zwellen. Hou er rekening mee dat u er enkele dagen (tot weken) bont en blauw bij kunt lopen en met een zonnebril over straat moet. Soms is het oogslijmvlies (het wit van het oog) ook wat opgezwollen. De ogen zelf kunnen ook wat branderig aanvoelen de eerste paar dagen.
Pijn na de operatie wordt met name veroorzaakt door de zwelling. Bij pijn kunt u pijnstillers (enkel paracetamol, Dafalgan , Perdolan) gebruiken.
De wonde verzorgt u door 1x/dag zalf aan te brengen op de wonde zelf.