Medische Retina: Netvliesafwijkingen
De meest frequente netvliesproblemen zijn maculadegeneratie en netvliesaantasting door diabetes
Maculadegeneratie
Leeftijdsgebonden macula degeneratie is een ouderdomsziekte van het centrale netvlies, waardoor de kwaliteit van het centrale zicht aangetast wordt.
Wat is macula degeneratie?
Wat is macula degeneratie?
Maculadegeneratie is een aftakeling van de macula van het oog.
De macula is het kleine gebied achteraan in het oog dat ons toelaat om fijne details te onderscheiden.
Macula degeneratie maakt fijn werk dichtbij (zoals lezen, naaien…) moeilijk of onmogelijk. Macula degeneratie tast het centrale zicht aan, terwijl het perifere zicht meestal behouden blijft. Bijvoorbeeld, men kan wel een bus zien aankomen, maar het busnummer lezen wordt moeilijk
Maculadegeneratie veroorzaakt zelden totale blindheid. De meeste mensen kunnen nog min of meer voor zichzelf blijven zorgen.
Wat is de oorzaak van macula degeneratie?
Wat is de oorzaak van macula degeneratie?
Meestal is macula degeneratie het gevolg van veroudering, zoals het krijgen van rimpels of grijs haar. Daarom noemt men het "leeftijds-gebonden": ongeveer 30% van de mensen boven de 75 jaar hebben tekens van macula degeneratie.
Er is ook een zekere familiale voorbeschiktheid. Verder zou roken ook het risico verhogen en komt de aandoening iets vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.
Er zijn twee vormen van maculadegeneratie:
droge of atrofische vorm :
bijna 90% van
de gevallen. Het wordt veroorzaakt door veroudering en verdunning van de weefsels van de
macula. Het zichtverlies gebeurt meestal traag.
natte of exsudatieve vorm :
ongeveer 10% van de gevallen. Het wordt veroorzaakt door ingroei van slechte broze bloedvaatjes thv de macula. Deze bloedvaten hebben de neiging om vocht of bloed te lekken en zo de macula te beschadigen. Het zichtverlies kan soms snel evolueren.
Wat zijn de symptomen van macula degeneratie?
Wat zijn de symptomen van macula degeneratie?
De volgende klachten kunnen voorkomen:
- woorden worden wazig en letters schijnen te ontbreken
- er verschijnt een grijze of zwarte vlek centraal in het gezichtsveld
- rechte lijnen worden krom en vervormd
Maculadegeneratie kan zich verschillend manifesteren van persoon tot persoon.
De snelheid van evolutie kan verschillen van weken tot jaren: in de beginstadia merkt men dikwijls zeer weinig, doch naarmate de ziekte vordert, wordt fijn werk dichtbij steeds moeilijker.
Hoe wordt maculadegeneratie vastgesteld?
Hoe wordt maculadegeneratie vastgesteld?
De patiënt zelf merkt meestal pas klachten wanneer de schade al aanzienlijk is, ofwel wanneer het tweede oog aangetast wordt.
Een oogarts kan vroegtijdige letsels van de macula vaststellen:
- door oftalmoscopie kan de macula grondig onderzocht worden
- met een Amsler rooster kan de graad van vervorming vastgesteld worden
- een OCT (optical coherence tomography)-onderzoek van het netvlies kan een gedetailleerd beeld van de netvlieslagen geven en verandering hierin snel in het licht stellen. Dit onderzoek is gebaseerd op reflectie van lichtstralen op de diverse netvliesstructuren, en is als dusdanig een beetje vergelijkbaar met een echografie waarbij weerkaatsing van geluidsgolven toelaat een structuur in beeld te brengen. Er worden dus geen schadelijke stralen gebruikt. Hoewel deze onderzoeksmethode onmisbaar is bij de diagnose en follow-up van maculaire aandoeningen, wordt dit helaas niet door het RIZIV terugbetaald.
- Eventueel kan een fluo-angiografie (onderzoek van het netvlies na inspuiten van een kleurstof in een armvene) uitgevoerd worden om abnormale bloedvaatjes ter hoogte van de macula op te sporen.
Een regelmatig oogonderzoek bij een oogarts is zeker aan te raden, omdat bij vroegtijdige ontdekking soms een meer efficiënte behandeling mogelijk is.
Hoe wordt maculadegeneratie behandeld?
Hoe wordt maculadegeneratie behandeld?
Droge maculadegeneratie
kan momenteel nog niet behandeld worden, doch dit wil niet zeggen dat men hiervan blind zal worden.
De evolutie is meestal zeer traag en de meeste mensen behouden nog voldoende zicht om voor zichzelf te kunnen blijven zorgen. Er zijn ook verschillende low-vision hulpmiddelen beschikbaar om het resterende zicht optimaal te benutten (zoals loupes, sterke leeslampen, boeken met grote druk, enz.)
Er bestaan ook
vitaminepreparaten en voedingssupplementen die bij dagelijkse inname een beschermend effect zouden vertonen voor het netvlies.
Bij natte maculadegeneratie kan men de lekkende nieuwgevormde bloedvaatjes proberen te inactiveren door intravitreale injecties : hierbij wordt doorheen het oogwit, onder locale verdoving met oogdruppels, een medicament (“anti-vasculaire endotheelcel-groeifactor”) in de oogbol ingespoten, zodat dit medicament ter plaatse vlakbij het netvlies zijn werk kan doen. Deze behandelingen zijn duur maar worden grotendeels door het RIZIV terugbetaald mits uw oogarts beschikt over een grondig dossier met documentering van de aandoening o.m. met OCT-beelden en fluoangiografie. De injecties kunnen in de oogartsenpraktijk gebeuren in onze operatiezaal, onder strikt steriele omstandigheden.
De maculadegeneratie kan niet genezen, maar de snelle achteruitgang door de vorming van nieuwe bloedvaten met lekkage en bloedingen, kan vaak wel vertraagd of gestopt worden door herhaalde intravitreale injecties. De gezichtsscherpte kan daardoor soms ook verbeteren, maar dit kan niet beloofd worden. In elk geval blijft strikte opvolging van de letsels noodzakelijk, om bij herval tijdig terug te kunnen behandelen teneinde zo lang mogelijk het centrale zicht te behouden.
Vooral indien de maculadegeneratie een vrij grote netvliesbloeding heeft veroorzaakt, kan soms gekozen worden voor operatieve behandeling. Dan wordt een “vitrectomie” verricht, waarbij het bloed vanonder het netvlies verwijderd wordt, alsmede de nieuwvaatvorming die de bkloeding heeft veroorzaakt. Soms wordt daarna het netvlies wat gedraaid. Een bijkomende operatie op de uitwendige oogspieren is dan nadien nodig om het dubbelzien dat hierop volgt te corrigeren.
Wat kan ik thuis preventief doen ?
Bij risico patiënten wordt een kaart met een Amsler rooster meegegeven om regelmatig thuis een controle van het zicht te kunnen doen. Zo worden vlekjes of vervormingen van het centrale zicht opgespoord en kan bij de minste twijfel, de oogarts geraadpleegd worden.
Leeftijdsgebonden macula degeneratie vormt op oudere leeftijd een ernstige bedreiging voor de kwaliteit van het centrale zicht. Genezen kunnen we deze ziekte niet, maar voor de natte vorm, die soms snelle en zeer ernstige achteruitgang van het zicht veroorzaakt, bestaat er een behandeling met injecties in het oog die deze dramatische achteruitgang kan vertragen, stoppen, en eventueel terugschroeven. Strikte follow-up blijft wel levenslang belangrijk.
Netvliesafwijkingen bij diabetes
Diabetes kan ernstige oogafwijkingen veroorzaken.
Naast een goede oppuntstelling van de glycemie is een jaarlijks preventief oogonderzoek door de oogarts aangewezen bij alle diabetespatiënten.
Een zorgvuldige opvolging en behandeling van de oogproblemen is nodig om de schade in de mate van het mogelijke te beperken.
Welke oogproblemen komen voor bij diabetes patiënten?
Welke oogproblemen komen voor bij diabetes patiënten?
- Diabetische retinopathie of een
aantasting van het netvlies, is een zeer frequente complicatie van diabetes. Bijna de helft van alle diabetes patiënten ontwikkelen retinopathie in de loop van hun leven. Hoe langer men diabetes heeft, hoe groter het risico om retinopathie te ontwikkelen.
-
Cataract (=een vertroebeling van de ooglens) komt meer voor bij diabetes patiënten. De kans om cataract te ontwikkelen is twee keer groter dan bij de algemene bevolking, en vaak doet het zich voor op jongere leeftijd.
-
Glaucoom (=een verhoogde oogdruk) komt bij diabetes patiënten eveneens twee keer zo frequent voor als bij de algemene bevolking.
-
Refractieveranderingen of wijzigingen in de brilsterkte die nodig is, komen vooral voor in periodes van sterkere schommelingen van de suikerspiegel.
-
Oogspierverlammingen komen eveneens vaker voor
- Het risico voor infecties is groter bij diabetes patienten.
Wat is diabetische retinopathie
Diabetische retinopathie:
Wat is diabetische retinopathie?
Diabetische retinopathie wordt veroorzaakt door veranderingen in de kleine bloedvaatjes van de retina (netvlies). Door veranderingen in hun wand gaan deze bloedvaatjes lekken waardoor bloed en vocht in de retina terechtkomen, oedeem en exsudaten, en de functie van het netvlies verstoren (=niet proliferatieve vorm). Soms gaan er als reactie op een zuurstoftekort in bepaalde delen van het netvlies, nieuwe abnormale bloedvaatjes groeien op de retina (neovascularisatie). Deze nieuwe bloedvaatjes zijn van slechte kwaliteit, gaan gemakkelijker bloeden en kunnen uiteindelijk blindheid veroorzaken (=proliferatieve vorm).
Tenslotte kan diabetes ook leiden tot lekkage en zwelling in het centrale deel van het netvlies dat instaat voor het scherptezicht , de macula , waardoor vooral het lezen ernstig gestoord kan worden (=diabetisch maculair oedeem of exsudatieve diabetische maculopathie).
Wat zijn de risicofactoren voor het ontwikkelen van retinopathie?
Diabetische retinopathie kan niet altijd voorkomen worden; bepaalde factoren werken de ontwikkeling ervan wel in de hand: o.a. slecht geregelde diabetes, roken en hoge bloeddruk, overgewicht, ... Het risico is ook hoger gedurende een zwangerschap.
Hoe wordt retinopathie ontdekt?
Hoe wordt retinopathie ontdekt?
De retina kan reeds erg beschadigd zijn vooraleer de patiënt enige verandering in het zicht ondervindt. Zelfs bij de proliferatieve vorm, de meest ernstige vorm, komen er soms pas klachten van een verminderd zicht wanneer het al te laat is voor een behandeling.
Een jaarlijks preventief oogonderzoek is dan ook ten zeerste aangeraden voor alle diabetes patiënten. Een oogarts kan vroegtijdige letsels opsporen en tijdig behandelen om blindheid te voorkomen. Hiervoor is een grondig onderzoek van het netvlies nodig; dit gebeurt best na het aanbrengen van oogdruppels die de pupil groot maken, zodat de retina nauwkeurig kan nagekeken worden. Soms wordt ook een OCT –onderzoek van het netvlies uitgevoerd, dit is een soort scan die de diverse lagen van de retina gedetailleerd in beeld brengt en zeer nuttig is om de diabetische maculopathie in het licht te stellen. Aangezien de pupillen na het onderzoek nog enkele uren vergroot blijven en het zicht hierdoor tijdelijk slechter is, kan de patiënt de eerste uren beter niet zelf met de wagen rijden. Soms is nog een aanvullend onderzoek nodig : een “fluo-angiografie”.
Hierbij wordt een contraststof, fluoresceïne, in een armvene ingespoten waarna een reeks foto’s van het netvlies worden gemaakt. Dit geeft een beter beeld van de netvliesdoorbloeding en de kwaliteit van de bloedvatwanden. Ook dit onderzoek gebeurt na indruppelen van pupilverwijdende druppels, zodat ook hier weer het zicht enkele uren nadien nog wat wazig blijft. De contraststof bezorgt de patiënt gedurende ongeveer 1 dag een wat gelere huidskleur, en ook de urine vertoont na het onderzoek een fellere kleur.
Hoe wordt diabetische retinopathie behandeld?
Hoe wordt diabetische retinopathie behandeld?
Vroege stadia
In de vroege stadia kan retinopathie nog behandeld worden met laserstralen. Hierbij worden de slechte lekkende bloedvaatjes dichtgebrand, of worden de zones van het netvlies waar een zuurstoftekort is vastgesteld, verlittekend om de groei van nieuwe bloedvaatjes die van slechte kwaliteit zijn, tegen te gaan.
Is er zwelling van het centrale netvlies (diabetisch maculair oedeem), dan kan gekozen worden voor een behandeling met injecties in het oog die deze zwelling doen verminderen.
Zowel de laserbehandelingen als de injecties gebeuren ambulant in de praktijk onder verdoving met oogdruppels. Meestal zijn meerdere behandelingen nodig. De bedoeling van de behandeling is de verdere aantasting van het netvlies als gevolg van de diabetes tegen te houden en de evolutie naar blindheid te stoppen. In een aantal gevallen verbetert de gezichtsscherpte hiermee ook, maar dit mag niet altijd verwacht worden.
In
latere stadia is soms een
operatie nodig om bloed uit het oog te verwijderen en de evolutie naar blindheid te voorkomen.
Vroegtijdige ontdekking van de retinopathie is dus zeer belangrijk!
Hoe worden de andere oogletsels behandeld bij diabeten?
Hoe worden de andere oogletsels behandeld bij diabeten?
Voor
cataract en glaucoom is het onderzoek en de behandeling bij diabetes patiënten hetzelfde als bij andere patienten.(zie info
cataract en info
glaucoom)
In verband met de refractie afwijkingen bij sterk schommelende suikerspiegels, worden de brilglazen best niet aangepast in periodes van op punt stelling van de diabetes, bijvoorbeeld bij het starten van een diabetes dieet, bij het instellen van een behandeling met pilletjes of bij overschakeling naar insuline therapie. Men wacht best tot de glycemie minimum een tweetal maanden op punt staat, vooraleer nieuwe brilglazen te laten aanpassen.
Een
oogspierverlamming veroorzaakt meestal klachten van dubbelzien. Dikwijls herstelt dit probleem zich spontaan; soms is een tijdelijke prismabril nodig om het dubbelzien te verhelpen; in zeldzame gevallen kan een operatie nodig zijn om overblijvende afwijkingen te corrigeren.
Preventie van oogproblemen bij diabetes
Preventie van oogproblemen bij diabetes
- De suiker in het bloed zo goed mogelijk onder controle houden, in samenspraak met de huisarts. Bij een strikte suiker controle zullen oogproblemen zich pas later ontwikkelen
- De bloeddruk goed onder controle houden, eveneens in samenspraak met de huisarts. Een hoge bloeddruk bevordert immers de ontwikkeling van retinopathie.
- Het roken stoppen
- Een jaarlijks preventief oogonderzoek bij de oogarts om vroegtijdige problemen op te sporen zodat de behandeling tijdig kan gestart worden. Tijdens de zwangerschap is een frequentere controle nodig.
- Een oogarts raadplegen bij eventuele symptomen van visus daling (vb. een wazig zicht, leesproblemen, zwarte vlekken voor de ogen, dubbelzien…)
Diabetes kan ernstige oogafwijkingen veroorzaken. Naast een goede oppuntstelling van de glycemie is een jaarlijks preventief oogonderzoek door de oogarts aangewezen bij alle diabetespatiënten.
Een zorgvuldige opvoling en behandeling van de oogproblemen is nodig om de schade in de mate van het mogelijke te beperken.
Uw specialist
Uw specialist
Dr. R. Therssen